Sinds ik elke week mijn lange duurloop naar een 20k heb opgeschroefd, begint mijn lichaam duidelijk te wennen aan de afstand. Ik herstel sneller, mijn basistempo gaat omhoog en mijn hartslag omlaag. Ik ben in topconditie! Kan niet beter. Zeker met het oog op de twee weken vakantie op de waddeneilanden, binnenkort. Want daar zijn rust en brede stranden. Ik verheug me op de zonnige kilometers en de paar versnellingen op nieuw ontdekte strava segmentjes.
En dan stap ik mis. Ik loop in een klein spoor, dat steeds smaller wordt en spring soepel naar het naastgelegen spoor. Mijn rechtervoet komt neer in een vreemde bocht en ik weet zeker dat als ik niet zo hard gevloekt had, ik ergens in mijn enkel banden en pezen zou hebben horen scheuren. Ik strompel nog een stap of twee en sta dan stil. Vanuit mijn tenen spuiten het ongeloof en frustratie als een fontein van willekeurige godlasterlijke woordcombinaties naar buiten. Dit is foute boel.
Als ik uitgeraasd ben, kijk ik om me heen. Het bos is er stil van. Hoever is het nog naar huis? Een kilometertje of vijf? Oh god. Zeven. Hoe dan? Al had ik een auto gehad, dan nog had die hier niet kunnen komen. Bij mijn vrouw achterop de fiets? Ik besluit dan maar door te lopen. En na vijfhonderd meter kermend pijnscheuten verbijten, wordt mijn rechterenkel zo dof murw, dat ik gelaten mijn nieuwe staat van zijn accepteer. Nog ruim zes kilometer.
Ik ben licht in mijn hoofd, de wereld om me heen is klein. Maar ik merk dat rechtdoor prima gaat. Soort van. Bochtjes naar links gaan ook. Bochten naar rechts zijn vreselijk. Ik hinkel de bochtjes naar rechts. Het is vast een bijzonder schouwspel, maar ik ben zo erg met mezelf bezig dat geen idee heb hoeveel mensen mijn nieuw aangemeten loopstijl hebben aangezien voor chi-running-gone-wrong.
Twee weken later loop ik 400 metertjes op de baan, op een aardig ik-wil-me-niet-laten-kennen tempo. De baan gaat momenteel beter dan de weg, omdat je op de baan enkel bochtjes naar links hebt. Maar als ik die avond eigenlijk met goed fatsoen niet meer de trap af kan komen, zonder de hele buurt te laten meegenieten van mijn (toch best creatieve) zelfverzonnen vloekwoorden, wordt het tijd voor de fysio.
De fysio windt er geen doekjes om: Enkelbanden zijn waarschijnlijk gescheurd. Doorlopen was echt heel stom. Je moet nog weken, zo niet maanden herstellen. Zet hardlopen dus maar uit je hoofd. Ook tijdens de vakantie? Ook tijdens de vakantie.
En zo komt het dat ik een paar weken later, op een waddeneiland met een mountainbike naast me in het zand sta te vloeken en tieren. De tweede lekke band vandaag! Hoe is het mogelijk!? Hoe ver is het naar het huisje. Kilometertje of vijf? Gelaten pak ik de fiets op. Toch nog lopen..