Iten, Kenia 2016 – Je hoort de snelheid misschien nog wel meer dan dat je het ziet. Een lang lint van atleten loopt ronde na ronde in een moordend tempo. Het roffelen van hun voetstappen als ze dichterbij komen in één symbiotisch ritme is pure magie. Ik sta in mijn hardloop kloffie aan de rand van een aftands sintelbaantje terwijl Hugo wijst welke atleet recordhouder is op de 10 kilometer, wie kans maakt in een Europese marathon. Ik hoor het wel, maar doordringen wil het niet. Ik zie alleen maar het treintje atleten, het stof en het steengruis. Met het geroffel van een aanrollend onweer stuiven ze op de bocht af.
En ik voel me hopeloos overdressed. Sta ik hier een beetje in mijn hardloopoutfit op één van de heiligste banen van Kenia. Ik zie er niet uit als een atleet, ik bén geen atleet en ik loop al helemaal niet als een atleet. Hugo ziet kennelijk mijn bezorgde blik: “Maak je niet druk, joh. Zie je die gast daar die rond positie tien loopt? Die houdt dit nog maximaal één rondje vol. Zijn techniek is niet op orde. Kijk dan hoe hij zich loopt op te blazen… die gaat lossen. Maar dat is niet erg.”
Na wat aansporingen besluit Hugo dat we het beste tegen de stroom in, op de buitenste baan rustig een paar rondjes kunnen dribbelen. Zo lopen we niemand in de weg en hebben we goed zicht op de lopers. Terwijl Hugo trainers en lopers groet, zie ik in de staart van het treintje atleten een witte man lopen. Of eigenlijk: rood. Zich vastbijtend in het spoor van de loper voor hem, zie je hem knokken, vechten om bij te blijven. Met een compleet oververhit gezicht en een licht radeloze blik houdt hij stand. Dit rondje nog wel.
Na een laatste rondje komt de trein eindelijk tot stilstand. De atleten lopen rustig uit, maken grapjes en pakken hun spulletjes bij elkaar. In het gras ligt de blanke man uitgeput naar adem te happen. Hugo ziet dat ik kijk: Ja, da’s een Duitser geloof ik, het laatste weekje van zijn hoogtestage voor Rio (Olympische Spelen Rio, 2016).
Dat is ook precies waarom Kamariny Track zo’n magische plek is. Het is geen goede baan (er is een veel betere vlakbij), er zijn geen faciliteiten bij de baan, de baan is oud, versleten en de tribune die er staat is in verregaande staat van verval. Maar het is wél de plek waar de lopers naar toe gaan. Want hier zijn andere lopers. Het is openbaar terrein en dat maakt dat iedereen die een paar rondjes wil lopen, dat ook kan doen. Er trainen hier olympische medaillewinnaars naast opkomende talenten, gelukszoekers en wannabe’s. Je kan hier leren van de groten, je laten inspireren door de lopers om je heen. Hier wordt getraind, talent gescout en vallen waarschijnlijk heel wat dromen in duigen. De magie van deze baan zit niet in de grond, of in de hoogte (ok, een beetje in de hoogte). De magie van de Kamariny Track zit in de mensen die er op lopen.